
Status schip | Toegelaten |
Naam schip | Freya |
VKSJ nummer | V1225 |
Type schip | One-off |
Ontwerper | Harald Christensen |
Ontwerp jaar | 1983 |
Bouwer/werf | Zelf gebouwd door toenmalige eigenaar |
Bouwjaar | 1986 |
Romp vorm | Rondspant |
Vorm van de kiel | Vinkiel , Aangezette kiel |
Maximum diepgang | 2.00 m. |
Maximum diepgang bij midzwaard/hefkiel | 2.00 m. |
Vorm van de achtersteven | Jachthek |
Positie van het roer/td> | gescheiden van kiel, vrijstaand (balansroer) |
Tuigvorm | Torensloep |
Lengte over stevens | 13.12 m. |
Breedte op de huid | 3.20 m. |
Materiaal romp | Kunststof, kunststof |
Materiaal opbouw | Hout |
Materiaal mast | Aluminium |
Motor | Binnenboord Diesel |
Schroef type | Klapschroef |
Waterverplaatsing | 7500 |
Waarvan ballast | 2880 |
Ballastmateriaal | Lood |
Kooktoestel | aanwezig |
Toilet | aanwezig |
Vaste_slaapplaatsen | aanwezig |
Thuishaven | Høvik, Noorwegen |
Geschiedenis | In 1981 kreeg Harald Christensen de aandrang iets groots te gaan verrichten. Hij besloot zelf een zeiljacht te bouwen. Hij liet zich inspireren door een bekende Zweed, Peter Norlin, de ontwerper van de Omega 42, een prachtig kajuitzeiljacht, geheel los van ORC, IOR, IRC en ORC regels ontworpen. Het schip heeft alle kwaliteit die een goede jachtarchitect in een jachtontwerp kan stoppen. De Omega 42 is dan een goed uitgangspunt om de gedachten te bepalen. Harald Christensen werkte voor een jachtwerf, echter niet als bouwer, maar als accountant. Maar dan weet je wel waar Abraham de mosterd haalt! Qua opzet en maatvoering is de Freya dicht bij het Omega 42 idee gebleven. Toen ze in 1986 te water gelaten werd was de Trine VI zoals ze toen heette, 13.12 m lang in plaats van 12.80 m lengte over dek van de Omega 42, die een naar voren hellende spiegel heeft, 3.20 m breed (in plaats van 3.10 m), met een diepgang van 2 m in plaats van 1,67 m. Al met al geen grote verschillen. Het relatief kleinere ballastaandeel van 38,4% (in plaats van 50,06%) wordt gecompenseerd door de diepere kiel van 2 meter en de iets grotere breedte van de Freya/Trine VI. Ze heeft volgens ontwerp een ‘dry weight’ van 7.500 kg, met een ballast van 2880 kg. Opvallend maar begrijpelijk wordt de Trine VI met de helmstok gestuurd. De diepe korte vinkiel en het diepe, smalle spaderoer, waarvan zeker 25% van het oppervlak voor de roeras zit, zal supergevoelig sturen en een groot stuurwiel volstrekt overbodig maken. De Trine is op zijn kop gebouwd met gezaagde schotten en spanten, waarlangs stringers werden bevestigd. Als kernmateriaal is divinycell schuim gebruikt, dat watervast en zeer stabiel is. Daarna is de GRP huid aangebracht. De opbouw van het schip is van mahonie. Samen met het teak dek geeft dat een mooie klassieke uitstraling. Dit wordt nog eens versterkt door het klassieke jachthek met doorgestoken roer en achterover hellende spiegel. Het tuigage is efficiënt en effectief: fractioneel met een enkele spreader met een knikzalinkje waar het voorstag aangrijpt aan de doorgestoken mast. De mast kan eenvoudig worden getrimd met behulp van achterstag, de bakstagen geven steun aan de mast, waardoor het voorlijk van de fok niet doorzakt. De mast van de Freya mag wel wat valling naar achteren hebben, in combinatie met een beperkte buiging achterwaarts tussen lummelbeslag en aangrijpingspunt van het voorstag. Dat wordt bereikt door de masttop wat achterover te trekken met behulp van het achterstag, waarbij de mast ter plekke van de zaling voorwaarts wordt afgesteund. Zo wordt voorkomen dat het grootzeil door het achterwaarts doorzakken van de mast veel boller wordt en de boot wordt overpowered, wat tot sterke loefgierigheid en grote roerdruk zou leiden. Nota bene dit tuigplan wordt ook door een draak gevoerd! Voordeel is de enorme trimbaarheid en de aanpasbaarheid aan alle omstandigheden. Harald Christensen, de vorige eigenaar, bouwde de Trine VI in zijn achtertuin. Artikelen uit de lokale kranten over de tewaterlating en over Harald’s ‘droomschip’ zijn in het bezit van de nieuwe eigenaar, evenals de oorspronkelijke door Christensen vervaardigde tekeningen. |