
Status schip | Toegelaten |
Naam schip | Johanna Hendrika |
VKSJ nummer | V1205 |
RVEN ID | 5287 |
Varend monument | Ja |
Type schip | DEB 33 |
Ontwerper | Sparkman & Stephens |
Ontwerp jaar | 1969 |
Bouwer/werf | Tyler Boat Co. Ltd. (romp); Deacons Boat Yard Ltd. (afbouw) |
Bouwjaar | 1971 |
Romp vorm | S-spant |
Vorm van de kiel | doorgebouwd |
Minumum diepgang bij midzwaard/hefkiel e.d. | 1.09 m m. |
Maximum diepgang bij midzwaard/hefkiel | 2.01 m m. |
Vorm van de achtersteven | jachthek |
Positie van het roer/td> | doorgestoken, opgehangen aan scheg |
Tuigvorm | torensloep |
Lengte over stevens | 10.19 m m. |
Breedte op de huid | 3.15 m m. |
Materiaal romp | glasvezel versterkt polyester |
Materiaal opbouw | glasvezel versterkt polyester |
Materiaal mast | aluminium |
Motor | binnenboord diesel |
Schroef type | vast schroef 3-blads |
Waterverplaatsing | 5670 kg |
Waarvan ballast | 2359 kg |
Ballastmateriaal | lood |
Kooktoestel | aanwezig |
Vaste_slaapplaatsen | aanwezig |
Thuishaven | Enkhuizen |
Geschiedenis | Oorspronkelijk getekend om in hout te worden gebouwd, verscheen de DEB 33 in West Europa in GRP, het casco werd gerealiseerd door de bekende Tyler werf in het Verenigd Koninkrijk. De afbouw werd gedaan door Deacons Boat Yard Ltd. Bij de DEB 33 is niet op een kilootje gekeken. Ze is zwaar gebouwd en goed afgewerkt. Met een diepstekend bronzen midzwaard van zeker zo’n 115 kg werd mede door de diepe plaatsing van de diesel (225 kg) een stijf schip gerealiseerd. De ontwerpen van Sparkman & Stephens zijn over het algemeen niet de lichtste, maar zij zijn vaak wel de snelste. Voorbeelden daarvan zijn legio. Olin Stephen brak door als jachtontwerper met de Dorade en de Stormy Weather. De Deb 33 is voorzien van een masttop tuigage, waarbij de voordriehoek, gevormd door mast, voorstag en dek, 25,08 m2 bedraagt en het grootzeil 20,43m2 meet, zodat de dame voorzien is van allemaal goed te bedienen zeiloppervlakten. Van de in het uitgebreide zeilplan ingetekende voorzeilen bedraagt de grootste ruim 40m2. Dat is een forse lap die bij wat meer wind gauw wat veel zal zijn. In de Yachting Monthly werd ook aangegeven dat het jacht best wat bezwaar maakt tegen hogere zeildruk. Mede daarvoor zijn meerdere kleinere voorzeilen ingetekend. De zeilmaker moest ook wat te doen hebben! De ontwerper, Olin Stephens, was naast Starling Burgess (mede)ontwerper van America’s Cup defenders, te beginnen met de J Class Ranger, waarmee in 1937 de Endeavour 2 werd verslagen. Hij was ook de ontwerper van de 12 meter Intrepid, waarmee de America’s Cup succesvol werd verdedigd in 1967. Olin Stephens kon echt alles uit de formule van de International Rule halen. Hij tekende veel winnende 6,8 en 12 mR jachten. De Intrepid was ook in 1970 te snel voor de uitdager van dat jaar. Opvallend is dat bij Sparkman en Stephens de ontwikkelingen vaak geleidelijk gingen. Zo heeft het geruime tijd geduurd voor de scheiding van kiel en roer compleet was bij de ontwerpen van S&S. Daar zat wellicht een dubbele commerciële gedachte achter. Mogelijk was de klandizie niet toe aan grote stappen (commercieel risico), maar er zou ook gedachte achter kunnen zitten dat kleinere stapjes tot meer verkochte varianten zouden kunnen leiden. Kenmerkend voor de snelle Intrepid was het ontwerp van het roer, dat, door het weggesneden kielprofiel aan de achterzijde, maar tot halverwege de kieldiepte reikte. Dat was al een enorme revolutie in die tijd. Opvallend aan de Intrepid was, naast het beperkte nat oppervlak door het kleine roerblad, de goede snit van de zeilen. De Amerikanen hadden zeer stabiele doeksoorten en daarmee een geweldige voorsprong op de uitdagers. Was de kiel/roerconstructie van de Intrepid al een revolutie, deze werd in de volgende jaren langzaam uitgebouwd naar een configuratie met een pure vinkiel met een vrijstaand spaderoer. Maar een revolutie zoals met de vleugelkiel van de Australia 2 kon je van S&S in hun markt niet verwachten. Opvallend was dat de giek strak over het dek voer, evenals de genua, waardoor de romp feitelijk een eindplaat vormde en er geen winddruk verloren ging. De bemanning was voorzien van helmen. In een van die jaren was Bill Ficker de schipper, die helemaal kaal was. Het gezegde was dan ook: ‘with Ficker we go quicker!’ Maar ja, de giek zwaaide zo laag boven de kuip, dat een helm wel zo veilig was. In de jaren ‘60 en ‘70 van de vorige eeuw tekende Olin Stephens ook de serie Swans voor NAUTOR in Pietarsari, Finland die daarmee ongekend succes behaalden. Sparkman and Stephens maken hun kijk op de jachtbouw helder in hun folder ‘OPTIMIZED HULL FORM: With our database of over 2800 designs, spanning 90 years, we draw on history for guidance and inspiration. But, we are also, as always, firmly committed to innovation and developement.’ Men gebruikt Computational Fluid Dynamics (CFD) en tanktesting om te verzekeren dat romp en aanhangsels optimaal en op het hoogste niveau presteren. Olin Stephens is op 100-jarige leeftijd overleden. Tot vlak voor zijn dood was hij betrokken bij de zeilerij. Zijn ontwerpen blijven een ode aan zijn carrière. |
Rating | 1,002 |
Rating spi | 1,052 |
Snit voordriehoek | recht |
Voordriehoek materiaal | dacron |
Spinnaker | ja |
Grootzeil voorlijk | 10.52 m |
Grootzeil onderlijk | |
Grootzeil snit | recht |
Grootzeil materiaal | dacron |