Status schip | Toegelaten |
Naam schip | Drie.Mer |
VKSJ nummer | V1138 |
Varend erfgoed | Ja |
Varend monument | Ja |
Type schip | Laurin Koster 32 ft. |
Ontwerper | Arvid Laurin |
Bouwer/werf | Malmo Flyindustri |
Bouwjaar | 1965 |
Romp vorm | S-spant |
Vorm van de kiel | doorgebouwd |
Maximum diepgang | 1.65 m m. |
Vorm van de achtersteven | spitsgat |
Positie van het roer/td> | opgehangen aan achtersteven en kiel |
Tuigvorm | torensloep |
Lengte over stevens | 9.81 m m. |
Breedte op de huid | 2.88 m m. |
Materiaal romp | kunststof, polyester |
Materiaal zeilen | dacron |
Snit zeilen | recht |
Materiaal opbouw | polyester |
Materiaal mast | aluminium |
Motor | binnenboord diesel |
Schroef type | vaste schroef |
Waterverplaatsing | 5000 kg |
Waarvan ballast | 2200 kg |
Ballastmateriaal | lood |
Kooktoestel | aanwezig |
Vaste_slaapplaatsen | drie vast, twee flexibel |
Thuishaven | Lelystad |
Geschiedenis | Deze Laurin Koster 32 is begin jaren ’60 ontworpen door de in Zweden beroemde ontwerper Arvid Laurin. Het ontwerp staat in de traditie van wat in Zweden sinds de jaren ’30 de universele ‘Koster regels’ worden genoemd. Koster is de naam van de archipel pal ten westen van het stadje Stromstad aan de Zweedse westkust. De regels bevatten een aantal eisen: o.a. spitsgat, een zeer sterke constructie, een lange kiel met staal als ballast, een mast die niet langer mag zijn dan 3 maal de lengte van de giek en voorschriften over de maximale zeilvoering. In die traditie zijn verschillende moderne ‘Koster boten’ in verschillende lengtes gebouwd. Eerst in hout en sinds 1958 werd geëxperimenteerd met polyester. Voorbeelden zijn de Laurin boten (26 – 38 ft), de Vagabond 31, de Allegro (27 – 33 ft) en de Storfidra (25 ft). Arvid Lauren heeft overigens een eigen interpretatie gegeven aan deze ‘Koster regels’ door te breken met de eis om staal als ballast te gebruiken. Hij besloot lood te gaan gebruiken. Wel tekende hij een zogenoemd walvisdek, dat ook al bij de houten Kosters voorkwam. In 1964 werd de eerste polyester Laurin Koster 32 gebouwd en tot 1988 zijn hiervan in totaal 235 schepen gebouwd. Er bestaat een uitgebreid register met daarin vroegere en huidige eigenaren. De Drie.mer is nummer 78 en werd in 1965 gebouwd door de Malmo Flygindustri, een toentertijd gerenommeerde bouwer van kleine vliegtuigjes. Het schip is in opdracht van een Noorse koper gebouwd heeft aan de Noorse zuidkust tot 1971 gezeild. In dat jaar emigreerde de boot naar Duitsland. Thuishaven werd Kiel waarmee het vaargebied de Oostzee werd. Vanaf 1990 is het schip in Nederlandse handen. Arie Boom, toenmalig havenmeester in Harlingen, was de eerste Nederlandse eigenaar en heeft haar in 2002 volledig opnieuw opgeknapt voor een geplande oceaanreis. Zo werd het staand want vervangen en een Aries Windvane aangebouwd. Die reis moest worden afgebroken in de ‘Carieb’ vanwege een ernstige ziekte. Vanuit St. Maarten is het jacht op transport terug naar Nederland gezet. In 2004 is het gekocht door een jong stel dat ruim 3 jaar op de boot heeft gewoond – ze bezeilden in die jaren de Noordzee, Oostzee en Middellandse Zee. In 2009 kwam er gezinsuitbreiding, werd een ruimer schip aangeschaft en kocht de huidige eigenaar de boot. De zeileigenschappen zijn typisch voor een S-spant langkieler. Snel op één oor, geweldig koersvast op groot water. En – niet ongebruikelijk in die eerste jaren van polyester – robuust en ijzersterk gebouwd en daarmee ontzettend zeewaardig. |
Rating | 1.018 |
Rating spi | 1.069 |
Lengte boegspriet | 0.45 m |
Snit voordriehoek | recht |
Voordriehoek materiaal | dacron |
Spinnaker | van top |
Grootzeil voorlijk | 9.37 m |
Grootzeil onderlijk |