
Status schip | Toegelaten |
Naam schip | Barend Fockenz |
VKSJ nummer | V1115 |
Varend erfgoed | Ja |
Type schip | One off |
Bouwwijze | gelast |
Ontwerper | Wiebe Draijer |
Bouwjaar | 1960 |
Romp vorm | s-spant |
Maximum diepgang | 1,4 m. |
Tuigvorm | torensloep |
Breedte op de huid | 2.50m m. |
Materiaal romp | staal |
Materiaal zeilen | dacron |
Snit zeilen | recht |
Materiaal opbouw | hour |
Motor | binnenboord diesel |
Schroef type | 2-blads omkeerschroef |
Kooktoestel | 1 |
Thuishaven | Uitwellingerga |
Geschiedenis | De Barend Fockenz is een ‘one off’ uit de tekenpen van de Twentse professor Wiebe Draijer. Het is goed dat er inmiddels zoveel mooie foto’s zijn ingestuurd door de eigenaar van dit bijzondere schip. De Barend Fockenz was, gegeven haar bouwjaar van 1960 en het daarvoor liggende ontwerpjaar, deels haar tijd vooruit en deels een resultaat van de ontwerpmode uit de jaren 50/60. Kenmerkend aan de romp van de Barend Fockenz is het volle voorschip en de slanke lijnen in het achterschip, ondanks de toch wel forse spiegel. Het doet denken aan de Duitse variant van de FD, de Korsar, die inderdaad ook zo’n bolle kop had in tegenstelling tot de scherpe boeg van de FD, die juist enige holle waterlijnen toonde. De Stern van E.G. v.d. Stadt had dat nog meer uitgesproken. Wat dat betreft, lijkt het ontwerp van de Barend Fockenz het meest op de 8 meter Cruiser-Racer Joanna, getekend door Nicholson. Deze had ook het Cod-model (kabeljauw): dikke kop en een dunne staart. Je moet er niet mee tegen een steile korte golf opboksen. Dat is een natte bezigheid… Ook doet het ontwerp van het schip denken aan de Hamburg, voorheen Keikop, getekend door Harry Rasmussen en gebouwd in 1946. Deze was bekend door haar moeilijke gang tegen een steile zee, vandaar dat ze de naam Keikop kreeg. Het was het eerste light displacement-ontwerp van Rasmussen, bedoeld om het tafelzilver af te ruimen bij de middellange zeewedstrijden. Het resultaat viel toch wat tegen… De reden dat de Barend Fockenz opvallend ronde lijnen in de kop heeft, is waarschijnlijk gelegen in het gekozen materiaal en dan met name de sterkte ervan, gelast staalplaat van 2mm dik. Voor sterkte ben je dan deels afhankelijk door bolling, zichtbaar aan de buitenzijde, en spantjes aan de binnenkant. Of dit zo is toegepast, wie zal het zeggen. Mogelijk zijn er ter plekke van de lasnaden meteen stringers in de lengte van het schip ingelast. Wat dat betreft is het gegeven van het gewicht van de Barend Fockenz interessant. Draijer tekende de Barend Fockenz voor eigen gebruik, zoals hij destijds ook deed met de bij VKSJ bekende Triton. Wat beide ontwerpen gemeen hebben, zijn de lange lijnen en de over een grote lengte verdeelde waterverplaatsing. Zoals de Triton een mix was van enerzijds de lijnvoering van de Sixaern (een grote geroeide en gezeilde vissersboot die ooit gebruikt werd door noordelijke Britse vissers) en anderzijds een modern jachtconcept, zo is de Barend Fockenz een duiding van de afweging ‘snijden of glijden’. De volle kop van de Barend Fockenz is duidelijk niet gericht op snijden, terwijl het schip wellicht licht genoeg is om te glijden. De kwarttonner Listang waarmee Ulli Libor twee keer de Kwart-Ton Cup won is qua rompvorm en bouwmateriaal vergelijkbaar, het tuig en de kiel waren echter heel anders! De Barend Fockenz heeft een hoog tuig, met korte giek. Bij gematigde zee zal zij heel soepel varen met haar high aspect genua 2. De Listang had de mast op het bakdek staan, bijna ter hoogte van de kajuitachterwand, wat tot een enorme voordriehoek bij een klein grootzeiltje leidde. De enorme J-maat die daardoor ontstond, maakte een heel lange spiboom legitiem en een daarmee corresponderende grote spinaker. De Listang was dus een rule cheater. Dat is de Barend Fockenz zeker niet. Zij is net als de Hamburg een vroege uitwerking van het light displacement-concept. Jammer dat er geen gegevens voor handen zijn om de deplacement length ratio uit te rekenen. De configuratie, van kiel en roer is conventioneel. De kiel is zoals bij een S-spant doorgebouwd en het roer is aangehangen aan de kiel. De roerkoning is gepositioneerd in de kuipvloer. Er is genoeg ruimte om voor de helmstok achter het kleine bijna driehoekige kajuitje te zitten. Bij zeegang een aantrekkelijk plek aan de wind! Al met al is de Barend Fockenz een bijzonder klassiek zeiljacht met een aantal specifieke kenmerken: de bolle hoge boeg en het naar achteren weglopen van de zeeg, nog geaccentueerd door de driehoekige kajuitbasis. Je herkent het schip van grote afstand. De zijkanten van de kajuit lopen door in de zijkanten van het klapluik voor de mast, waardoor een vallenbak wordt gevormd. De dakspanten van de kajuit liggen op het dak. Dat heeft als voordeel dat overkomend buiswater snel zijwaarts wordt afgevoerd. Concluderend: de Barend Fockenz is een bijzonder stalen schip, waarbij vorm en uitvoering het schip doen onderscheiden van het toentertijd gebruikelijke. De ontwerper tekende hier geheel naar eigen smaak. Die is er bij de Barend Fockenz door Wiebe Draijer diep in gebakken! |
Rating | 1,040 |
Rating spi | 1,092 |
Snit voordriehoek | recht |
Voordriehoek materiaal | dacron |
Spinnaker | vam top |
Grootzeil voorlijk | 9.97 m |
Grootzeil onderlijk | |
Grootzeil snit | recht |
Grootzeil materiaal | dacron |