In het Maritiem Museum Rotterdam is vanaf 13 oktober de tentoonstelling ‘Verankerd?!’ te zien. Thema van deze tentoonstelling zijn migratieverhalen van over zee. Tien jonge mensen onderzochten hun achtergrond. Allen kwamen ooit ‘over zee’ en vertaalden hun verhalen in creaties en installaties die recht doen aan hun reis. Ergens arriveren waar je onbekend bent, je thuis voelen of juist niet, afscheid nemen: het zijn onderwerpen waar iedereen zich in kan herkennen. De jonge makers van deze tentoonstelling vertellen ieder hun vaak ontroerende verhaal op hun eigen, unieke manier, of dit nu een zelfgeschreven lied is of een aquarel.
Ergens arriveren waar je onbekend bent, je thuis voelen of juist niet, afscheid nemen: het zijn onderwerpen waar iedereen zich in kan herkennen. Dat was de aanleiding voor het Maritiem Museum om een tentoonstelling te maken over zeemigratie. ‘Verankerd?!’ is een expositie met persoonlijke verhalen van jonge Rotterdamse makers. Meer dan veertig jongeren meldden zich aan na een uitnodiging van het Maritiem Museum om op zoek te gaan naar een zeemigratieverhaal in hun familie. Uiteindelijk zijn tien jongeren geselecteerd, waarvan de verhalen op uiteenlopende wijzen een maritieme achtergrond hebben. In een intensief traject zijn de makers door coaches en vormgevers begeleid om hun verhaal vorm te geven, om de creatieve ‘storytelling’ in zichzelf naar boven te halen.
Mozaïek van verhalen
De vormgeving van de expositie ontwikkelde mee, terwijl de werken van de jongeren steeds concreter werden. Zo kozen de makers ook collectiestukken, die bij hun verhalen pasten. Het resultaat zijn tien audiovisuele werken: een mozaïek aan verhalen, aansprekend voor een publiek van jong tot oud. In de expositie worden bezoekers meegenomen langs de verschillende werken aan de hand van de emoties in de migratieverhalen, emoties die we allemaal kennen. Bij elk cluster van werken krijgt de bezoeker vragen die refereren aan de eigen emoties: wanneer moest jij voor het laatst voor langere tijd afscheid nemen van iemand? En hoe voelde dat? Op die manier worden de werken invoelbaar.
Op gelijke voet
Voor dit project werkt het Maritiem Museum op gelijke voet samen met de jonge makers. De inhoud komt van hen, en zij brengen dit op geheel eigen wijze. Het museum moest hierdoor steeds in de spiegel kijken. In het project was het vooral de taak van het museum om deze verhalen samen te brengen, de vorm te ondersteunen en te zorgen dat het bezoekers zou aanspreken. Dat gaf een gezonde reflectie op de rol van het museum, en positie in de stad. Het Maritiem Museum wil een heel toegankelijk museum zijn. De kunst is om te zorgen dat iedereen zich er op zijn plek voelt en kan herkennen in de verhalen die we vertellen – ook mensen die niet vanzelfsprekend in een museum komen. Door een podium te geven aan jonge makers, draagt deze tentoonstelling bij aan die missie. Het resultaat is ontroerend. Tien jongeren laten zich in de expo van hun kwetsbare kant zien, en vertellen hun (soms aangrijpende) verhaal. In het maakproces zijn ze gegroeid, hebben ze hun stem gevonden en zijn geïnspireerd geraakt om hun verhaal een creatieve vorm te geven. En daarmee inspireren zij hopelijk ook weer anderen.
Het proces van co-creatie is een veelbesproken, maar compleet nieuwe manier van tentoonstellingen maken. Niet het museum, maar de makers bepalen de vorm en zij vertellen ieder hun vaak ontroerende verhaal op hun eigen, unieke manier. Verhalen van de eerste, tweede of derde generatie, verteld vanuit hun perspectief. Soms feitelijk, juist aangrijpend en in allerlei verschillende vormen. “Er ontstaat op deze manier een vorm van puurheid in de verhalen van de makers die voor veel herkenning gaat zorgen bij mensen die zelf ook een migratieverleden hebben”, zegt programmeur Siuli Ko, die al bijna een jaar, samen met een team begeleiders, intensief contact heeft met de makers. “We hebben hen alle vrijheid gegeven in het bepalen van de vorm. Of dit nu een zelfgeschreven lied is of een aquarel, als het maar hun verhaal is. En daar zijn prachtige installaties uit gekomen.”